Diabetes Type 1
Een ander woord voor diabetes type 1 was altijd 'jeugddiabetes'. Want veel kinderen krijgen diabetes type 1 als ze jong zijn. Maar je kunt op alle leeftijden nog diabetes type 1 krijgen. En het gaat niet over, dus je 'groeit er niet overheen' na je kindertijd. Daarom gebruiken we liever het woord diabetes type 1. Van de tien mensen met diabetes, heeft er één diabetes type 1.
Diabetes type 1 komt veel minder vaak voor dan diabetes type 2, maar heeft grote invloed op iemands leven. En ook op de andere familieleden. Dat komt omdat de behandeling zo ingrijpend is: alle dagen insuline spuiten en bloedsuiker checken. Nooit een dagje vrij van diabetes.
Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte. Dat betekent dat het eigen afweersysteem de oorzaak is. Normaal ruimt de afweer alleen ziektes op in je lichaam. Bij diabetes type 1 vergist het afweersysteem zich. Het vernielt per ongeluk je cellen die insuline aanmaken.
Hoe kan het afweersysteem zich zo vergissen? We weten nog niet goed waarom dat gebeurt. Waarschijnlijk begint het met een erfelijke aanleg. Die hoeft trouwens niet per se van ouders of grootouders te komen (zie erfelijke aanleg bij diabetes type 1). Dat kan gewoon toeval zijn. Heeft iemand de aanleg om diabetes type 1 te krijgen, dan is het nog niet eens zeker dat hij het krijgt. Maar de kans is groter dat het afweersysteem op een bepaald moment een fout maakt.
We zoeken nog naar redenen waarom het afweersysteem dat duwtje krijgt richting diabetes type 1. Bij mensen die er aanleg voor hebben. Misschien brengen gluten (uit graan) bij sommige kinderen de afweer uit evenwicht. Of misschien koemelk bij baby's. Ook lijkt het erop dat een gewoon virus, zoals een buikgriep, op een bepaald moment het afweersysteem in de war kan brengen. We weten het nog niet precies, daar gebeurt nog veel onderzoek naar. Want als we dat beter snappen, kunnen we diabetes type 1 misschien voorkomen of uiteindelijk zelfs genezen.